HR: geen verlengde navordering over in het buitenland afgestorte omzet!

De Hoge Raad heeft op 16 maart jl. uitspraak gedaan in twee zaken waarin mr. P.A. Caljé inkeerders vertegenwoordigde. In die zaken draaide het erom of de Belastingdienst de verlengde navorderingstermijn van 12 jaar die is bedoeld voor inkomen dat in het buitenland is opgekomen ook mocht gebruiken voor Nederlandse omzet die later wordt afgestort bij een buitenlandse bank.  De Belastingdienst stelde zich op het standpunt dat over die stortingen in box 1 mocht worden nagevorderd met als gevolg dat de inkeerders aanzienlijke bedragen verschuldigd waren.

De Hoge Raad heeft nu beslist dat het standpunt van de Belastingdienst in strijd is met de wet. Ook als de contante omzet maar kort in Nederland wordt bewaard dan nog geldt dat de verlengde navorderingstermijn daarop niet van toepassing is.  De Belastingdienst kan in deze situaties slechts de normale navorderingstermijn van 5 jaar toepassen.

Deze uitspraken scheppen duidelijkheid voor een groot aantal belastingplichtigen zoals de inkeerders of mensen die ten gevolge van projecten inzake buitenlands vermogen, worden geconfronteerd met navorderingen over stortingen in het buitenland die langer dan 5 jaar geleden hebben plaatsgevonden.

De uitspraken zijn te vinden op rechtspraak.nl:

https://lnkd.in/df8f8cx

https://lnkd.in/dAq2g6V